Inhoudsopgave
Een schroevendraaier wordt gebruikt om een schroef aan te draaien zodat deze dieper in het gewenste materiaal gaat. Ook kan een schroef ergens uit worden gedraaid met een schroevendraaier. Er zijn echter verschillende soorten schroeven en zo ook verschillende draaiers die erbij horen. De meest bekende zijn de platkop en de kruiskop (of Philips) schroevendraaier.
Platkop en kruiskop
Een platkop is een metalen uiteinde waarbij er horizontaal of verticaal in een schroef kan worden gestoken. Sommige schroeven hebben ook maar één gleuf in de kop zitten, voor deze is sowieso een platkop nodig. Een kruiskop is voor schroeven die twee (of meer) inkepingen hebben die elkaar snijden. De meeste kruiskoppen beginnen smal op de punt en lopen dan iets breder uit, zodat ze de meest standaard schroeven allemaal kunnen vastgrijpen tijdens het draaien.
Pozidriv en Torx schroevendraaier
Schroeven voor de Pozidriv lijken veel op die van de Philips kruiskop, maar hebben nog extra kleine inkepingen naast de reguliere inkepingen van de schroef. Deze schroeven kunnen dan ook alleen met een Pozidriv schroevendraaier goed worden aangedraaid. De inkepingen zorgen namelijk voor extra draaikracht. Een stap verder zijn Torx schroeven en draaiers. Deze zijn stervormig, en bieden de optie om nog meer kracht te zetten. Torx kun je vooral vinden in industriële toepassingen.
Inbus en precisie
De laatste twee waar mensen regelmatig mee in aanraking zullen komen zijn de inbus schroevendraaiers en de precisiekits. Inbus kent vrijwel iedereen die ooit iets van IKEA in elkaar heeft moeten zetten. Een inbus heeft een zeshoek om kleine schroeven aan te draaien, soms met een ring- of steeksleutel. Een precisiesetje schroevendraaiers zijn eigenlijk hetzelfde als platkoppen en kruiskoppen, maar dan een stuk kleiner. Deze gebruik je bijvoorbeeld voor computerapparatuur, telefoonbehuizingen, of sloten. Echter kunnen dergelijke objecten natuurlijk ook goed geïnstalleerd worden door een slotenmaker of andere professional.