BMI staat voor Body Mass Index. Deze maat laat zien of je een gezond gewicht hebt in verhouding tot je lengte. Het is een internationaal gebruik middel om te meten. Je kan je BMI al berekenen vanaf dat je 3 jaar oud bent. Er zijn echter een paar uitzonderingen met betrekking tot het meten van de BMI. Als je heel gespierd bent of van Aziatische afkomst bent dan geeft je BMI geen realistisch beeld. Ook als je zwanger bent of nog borstvoeding geeft is je BMI geen betrouwbaar meetmiddel. Ieder lichaam is anders daarom wordt je BMI vaak gezien als een indicatie.
BMI berekenen
Het is heel simpel om je BMI te berekenen. Je deelt je gewicht in kilo’s door het kwadraat van je lichaamslengte in meters. Weeg je bijvoorbeeld 60 kilo en ben je 1.75 lang dan is de som die je moet maken: 60 kilo/ (1,75 x 1,75) = 19.6. Als het BMI van een volwassene onder de 18,5 zit dan heb je ondergewicht. Tussen de 18,5 en 25 is een gezond gewicht en tussen de 25 en de 30 is overgewicht. Als je boven de 30 uit komt dan heb je last van obesitas, ook wel ernstig overgewicht genoemd.
Belangrijke factoren naast je BMI
Naast je BMI is ook je buikomvang belangrijk. Als al het vet zich rond je buik ophoopt dan is dat namelijk niet goed voor je gezondheid. Als je je buikomvang wilt meten moet je zorgen dat je rechtop staat en je het meetlint tussen je onderste rib en de bovenkant van je bekken houdt. Meet de maat af als je uitademt om een zo accuraat mogelijke maat te krijgen.
Wat kan je doen als je een te hoge BMI hebt?
Als je BMI te hoog is, dan is het slim om eens met je huisarts of een voedings- en sportcoach te gaan praten. De kans is groot dat je moet gaan afvallen. Een eetschema afvallen of een sportschema afvallen kunnen hierbij helpen. Je hoeft ook niet gelijk te stoppen met eten en iedere dag in de sportschool te hangen met weerstandsbanden. Het is belangrijk dat je gezond en goed in je vel zit.