Airco of airconditioning is het regelen (conditioneren) van de lucht (air). Er wordt dus zelf bepaald hoe de lucht ervaren wordt in een ruimte. Bij het meest bekende airconditioning systeem gebeurd dit door een koelmiddel. In een gesloten circulatiecircuit wordt het koudemiddel rondgepompt waarbij het verdampt door de warmte in de ruimte. Hierna wordt het koudemiddel weer omgezet tot vloeistof dankzij een condensor, en zo blijft het de circulatie doorgaan.
Er zijn ook klimaatregelsystemen die naast het koelen ook kunnen verwarmen. Deze moeten dan wel over een zogenaamde vierwegklep beschikken. Ook kunnen veel airco’s de luchtvochtigheid regelen. Airconditioning in bijvoorbeeld auto’s of gebouwen heeft als vereiste dat de ruimte gesloten blijft. Gebeurd dit niet, dan gaat de warme lucht van buiten zich vermengen met de lucht van binnen, waardoor de airconditioning nutteloos wordt.
Moderne varianten
Modernere luchtkoelers zijn bijvoorbeeld adiabatische koelsystemen. Deze werken ongeveer hetzelfde, maar gebruiken de verdamping van water om de lucht in een ruimte te koelen. Ook mobiele koelinstallaties zijn steeds populairder, met name omdat deze overal gebruikt kunnen worden zonder ingewikkelde installaties. Een voorbeeld hiervan is de Portacool koeler. Deze combineert de adiabatische technologie met mobiliteit. Vooral in ruimtes zoals werkplaatsen waar veel met verhitting wordt gewerkt (bakkerij, metaalfabriek) is dit een makkelijke oplossing.