Categorieën
Financieel Marketing Ondernemen Taal

Definitie van self-publishing

Self-publishing is een leenwoord uit het Engels dat hier in de creatieve industrie ook veel gebruikt wordt. Letterlijk betekent het “zelf uitgeven”. De traditionele weg van een werk publiceren is via een uitgever (een publisher). Bij een uitgeverij geef je een hoop werk uit handen in ruil voor een flinke hap uit je eigen opbrengsten, maar daardoor krijgen mensen je werk vaak wel te zien. Bij self-publishing heb je vrijwel geen middenpersoon maar kun je volledig zelf, als zzp’er eigenlijk, je product uitbrengen. Meestal gaat het bij publishing over geschreven boeken of digitale voor op je e-reader. Het kan echter ook gaan over andere media, zoals muziek of een film.

Voor- en nadelen van self-publishing

Een groot voordeel van self-publishing is dus dat je jouw hard verdiende centen kunt houden. Daarnaast heb je de volledige controle over hoe je de presentatie van je product uit wilt laten zien, met wie je samenwerkt, en waar jouw product komt te staan of niet. Eén van de grootste nadelen is dat de meeste mensen die zelf gaan uitgeven daar helemaal geen netwerk en draagkracht voor hebben. Zo beginnen ze vaak met het aanmaken van een Instagram- en Facebookpagina, en willen ze een website laten maken. Dat is allemaal prima, maar om jezelf te vertegenwoordigen in een wereld die dagelijks wordt overspoeld met traditionele media moet je flink stevig in je schoenen blijven staan.

Daarnaast is het zo dat ook als je zelf iets uit gaat geven je hier moet in durven investeren en sowieso een klein startersbudget moet regelen. Denk aan een professionele omslag voor je boek of iets opvallends voor je cd. Denk aan print- en distributiekosten. Zorg dat je elke dag bereid bent je product te vertegenwoordigen, en werk er hard aan om mensen te bellen, te onderhandelen, en jouw visie naar buiten te brengen!

Categorieën
Taal Techniek

Definitie van Zoöpraxiscoop

Of je nu een basisschool schoolfotograaf bent of een professioneel filmer van bruiloften, fotografie en film delen dezelfde geschiedenis. Sterker zelfs, film is voortgekomen uit fotografie. De Zoöpraxiscoop is een apparaat uit 1879 dat de ontdekking van de film met zich meedroeg.

Eadweard Muybridge

Eadweard Muybridge was een fotograaf. In zijn tijd was fotografie nog relatief nieuw, en bestonden camera’s nog uit grote lompe dozen. De sluitertijd werd wel al langzaam steeds korter, waardoor uiteindelijk ook actiebeelden konden worden vastgelegd.

Er was een periode lang onenigheid over paarden. Als een paard in galop was, was er dan een moment dat alle vier de benen van de grond of kwamen? Of was er altijd wel minimaal één been op de grond? Om hier achter te komen gaf een rijke man Muybridge de opdracht (en geld) om dit te onderzoeken.

Muybridge’s opstelling

Door draden aan camera’s te bevestigen en deze te spannen op een renbaan, kon Muybridge een opstelling maken om zijn onderzoek te doen. Wanneer het paard dan langs een draad kwam, maakte de camera die erbij hoorde een foto. Door veel van deze camera’s naast elkaar snel foto’s te laten maken, had hij meerdere fracties van een seconde in beeld kunnen brengen. Op deze fracties stond dan in totaal één hele gallop beweging van een paard.

De Zoöpraxiscoop

Deze fracties van een seconde zijn tegenwoordig ook wel bekend als frames. Het duurde niet lang voor Muybridge erachter kwam dat wanneer hij de gemaakte beelden achter elkaar zette, hij een filmpje te zien kreeg. Dit gebeurde vooral door de Zoöpraxiscoop. Dit was een soort kleine carrousel (circa 40 cm in doorsnede) waarbij ongeveer een seconde aan beeld in frames erin was gezet. Door de carrousel rond te draaien kreeg de projectieopening telkens een ander beeld te zien, en zo ontstond een lopend filmpje. Hoe groter je de Zoöpraxiscoop maakt in omtrek, des te langer het beeld kan duren.

Dit is iets wat we terugzien in de daaropvolgende filmrollen waar eigenlijk hetzelfde gebeurd maar dan op een negatief met kleine plaatjes die aan elkaar geplakt zijn.