Categorieën
Vervoer

Definitie van bijzondere verrichtingen voor je rijbewijs

Lekker! Je bent begonnen of gaat beginnen aan je rijbewijs. Je hebt je al ingeschreven bij je lokale rijschool zoals de rijschool in Oosterhout en bent helemaal klaar voor, maar hebt wel nog wat vragen. Zo ook de vraag over de bijzondere verrichtingen. Welke zijn er en wat wordt er van je verwacht?

De definitie van bijzondere verrichtingen

Heel bijzonder zijn de verrichtingen niet. Je hoeft niet in The Fast &the Furious te acteren en met je handrem 180 graden te kunnen slippen. Bijzondere verrichtingen gebruik je eigenlijk vrijwel elke rit wel een keer op het moment dat je zelfstandig met je auto gaat rijden. De stopopdracht zat voorheen ook bij de reeks bijzondere verrichtingen, maar nu niet meer. Hierbij moest je snel aan de kant kunnen met je auto, kort stilstaan, en dan weer verder rijden. In de praktijk zou je dit doen in een smalle straat met een brede tegenligger die jou tegemoet komt. Hou er rekening mee dat bij elke bijzondere verrichting je geen blokkade mag zijn voor het overige verkeerd. Verleen dus iedereen voorrang wanneer er iemand richting jou komt.

Welke zijn er wel nog dan?

De volgende bijzondere verrichtingen zijn er wel nog en je vind er meteen een korte beschrijving bij die samenvat wat je ervan kunt verwachten:

In een rechte lijn achteruit rijden. Dit is de verrichting die de stopopdracht heeft vervangen. Kijk goed naar het verkeer achter jou, en hou je omgeving in de gaten. Hierna moet je zo’n 20 meter achteruit rijden in een rechte lijn en de auto daarna netjes laten stoppen (om vervolgens weer vooruit te rijden).

Achteruit rijden in een bocht. Mocht je na een bocht in een straat een blokkade tegenkomen, moet je soms achteruit weer de bocht in om vervolgens de andere kant op te kunnen rijden. Hierbij moet je ook je omgeving goed in de gaten kunnen houden en in een nette bocht de controle over de auto laten zien.

Omkeren door een halve draai. Met een halve draai omkeren doe je vooral als er genoeg ruimte is. Denk hierbij aan (lege) kruispunten en parkeerplekken. Het is de makkelijkste verrichting omdat je enkel een halve cirkel hoeft te draaien om de andere kant op te kunnen rijden.

Omkeren door te steken. De laatste omkeer optie voor als de andere opties zoals achteruit rijden niet beschikbaar of te gevaarlijk zijn. Je wint ruimte door de auto op en neer te bewegen en zo in meerdere “steken” naar voor en achter telkens stukjes om te keren.

Parkeren in een haaks of schuin vak. Parkeren is iets dat veel mensen moeilijk vinden, vooral omdat het vaak gebeurd met weinig spelingsruimte. Hou je daarom aan de opgestelde methodes zoals dat je de auto twee vakken voor je gewenste parkeervak stopt, en draai op het juiste moment in. Je zult merken dat als je dit doet, je haaks parkeren eigenlijk nooit fout kunt doen. Parkeren in schuine vakken mag alleen maar vanaf de juiste rijrichting, omdat er anders niet genoeg ruimte is om te draaien (je moet vanuit de verkeerde richting meer dan een hoek van 90 graden draaien namelijk.)

Fileparkeren. De meeste gevreesde parkeervorm. Wanneer je mensen hoort zeggen “Ik kan alleen maar vooruit parkeren” bedoelen ze vaak dat ze niet goed kunnen fileparkeren. Dat komt omdat fileparkeren vooral achteruit gebeurd, omdat je achteruit minder plaats nodig hebt. Ook hierbij heb je een set regels zoals dat je verder moet draaien wanneer je spiegel gelijk staat met de bumper van de auto waar je achter wilt komen te staan. Vraag je instructeur hiernaar!

De hellingproef. De hellingproef is eigenlijk erg makkelijk, geen zorgen. Wat er van je verwacht wordt is dat de auto vloeiend tot stilstand kan komen en weer kan vertrekken. Dit doe je door de koppeling en de handrem af te wisselen. Zo kun je op een helling bij een stoplicht bijvoorbeeld voorkomen dat de auto naar achteren gaat rollen.