Slalom of slalommen heeft eigenlijk maar één betekenis in de Nederlandse taal. Deze drukt een bepaalde beweging uitdrukt. Bij skiën is deze beweging bekend door een obstakelkoers waarbij de skiër in een zigzaggende beweging van een berg af gaat. Hierbij moet er door poorten en om stokken heen worden gegaan waarbij de slalom stok aan de binnenkant van de skiër blijft. Dat wil zeggen, de latten en de stokken van degene die de slalom uitvoert moeten aan dezelfde kant van de slalom stok passeren. Doordat de volgende slalom stok niet veel verderop staat aan de andere kant van de baan moeten er strakke bochten worden gemaakt.
Test van je vaardigheden
Dezelfde methode kan worden toegepast bij het besturen van andere voertuigen, apparaten, of het beoefenen van sporten. Nu zal een slalom traject bij je lokale rijschool in Sittard in de auto niet gebruikelijk zijn, maar voor motoren komt het vaker voor. Slalommen gaat namelijk vooral over een test van je vaardigheden. Hierbij test je met name je controle over een voertuig uitvoerig. De wendbaarheid van het voertuig en je reactievermogen staan hierbij voorop. Bij wedstrijden mag je de pylonen of stokken niet aanraken. Elke honderdsten van seconden maken het verschil om bovenaan in de rangen te komen.